Description
1. Licht
- Plaats de plant op een lichte plek met indirect zonlicht.
- Vermijd directe middagzon, vooral in de zomer, om bladverbranding te voorkomen.
- Kan ook in halfschaduw overleven, maar groeit dan langzamer.
2. Water geven
- Houd de grond matig vochtig, maar niet drassig.
- Laat de bovenste laag aarde licht opdrogen tussen gietbeurten.
- Geef in de winter minder water, maar voorkom volledige uitdroging.
3. Luchtvochtigheid
- Ficus repens houdt van een hoge luchtvochtigheid (50-70%).
- Regelmatig benevelen met water kan helpen, vooral in droge ruimtes.
- Plaats de plant eventueel op een schaal met water en kiezelstenen.
4. Temperatuur
- Ideale temperatuur: 18–24°C.
- Niet onder 15°C laten komen (gevoelig voor kou).
- Vermijd tocht en plotselinge temperatuurschommelingen.
5. Voeding
- Geef tijdens het groeiseizoen (lente/zomer) 1x per maand vloeibare kamerplantenvoeding.
- Stop met voeden in de herfst en winter.
6. Verpotten
- Verpot elke 2–3 jaar in een iets grotere pot.
- Gebruik goed doorlatende potgrond (bijv. universele potgrond gemengd met perliet).
- Zorg voor drainagegaten om wortelrot te voorkomen.
7. Snoeien & Onderhoud
- Snoei lange ranken terug om een vollere groei te stimuleren.
- Verwijder gele of dode bladeren regelmatig.
- Kan geleid worden langs een mosstok of als hangplant groeien.
8. Problemen oplossen
- Bladval: Vaak door tocht, te veel water of te weinig licht.
- Bruine bladranden: Meestal door lage luchtvochtigheid of uitdroging.
- Gele bladeren: Kan wijzen op overbewatering of voedingsgebrek.